Wanneer heeft iemand talent? Bij een kind met talent voor voetbal denken we al gauw aan balbehendigheid, zuiver schieten, afstanden kunnen overbruggen, een goed spelinzicht en complexe motorische handelingen. Natuurlijk zijn die dingen heel belangrijk, maar er komt zoveel meer bij kijken om echt een veelbelovend speler te worden. Het heeft te maken met de snelheid waarmee de hersenen informatie verwerken. Informatie uit verschillende zintuigen die moeten worden geïntegreerd met elkaar en met eerder opgeslagen informatie uit het geheugen. Afgelopen maand verscheen er in De Jeugdvoetbaltrainer een artikel dat dieper ingaat op determinanten voor voetbalsucces waar de coach van jeugdige voetballers oog voor zou moeten hebben. Ze zijn gebaseerd op fundamentele inzichten uit de neuropsychologie. Het is geschreven door Mirelle van Rijbroek en Annemarie van der Eem.
Ga direct naar artikel
Waar gaat dit artikel over?
Naast complex motorisch handelen, een goede conditie en een goed spelinzicht, moet een aanstaande topvoetballer ook talent hebben op het gebied van ruimtelijk inzicht en snelle verwerking van informatie uit alle zintuigen. Waarneming, de veldsituatie overzien, luisteren naar je medespelers, anticiperen op de tegenspelers en schakelen in afstanden. Je moet als voetballer snel verbanden kunnen leggen en je goed kunnen concentreren voor langere tijd. Om al deze eigenschappen te trainen, is een brede strategie nodig. Soms lijkt een pupil al jong een duidelijke voorkeur te hebben voor een bepaalde leerstijl, toch is het juist dan van belang om ook andere leerstijlen toe te passen. Beschouw een jonge voetballer dan ook niet te snel als “een typische aanvaller” of “een echte verdediger”. Het kan een self fulfilling prophecy zijn die hem bovendien de kansen ontneemt om ook die andere ervaringen op te doen. En dat is jammer als er grote potentie ligt in vaardigheden die zo niet worden aangeboord. Als coach is het dus van belang om het kind op alle posities te laten spelen en naar het geheel aan vaardigheden te kijken: motorisch, cognitief en psychologisch. Houdt daarin bij welke verbeteringen er plaatsvinden en oefen gericht die vaardigheden die nog extra aandacht nodig hebben. De coach zal hierbij grote individuele verschillen ondervinden bij zijn pupillen, ook al zijn ze allemaal ongeveer even oud. Niet ieder kind ontwikkelt zich in hetzelfde tempo, dus schrijf een kind zeker niet te snel af als bepaalde onderdelen nog niet zo willen lukken. De snelheid van de ontwikkeling zegt tenslotte niets over de potentie of het eindresultaat!