Het brein is een prachtig orgaan. En hersenwetenschappers proberen ons inzicht in het menselijk functioneren en beleven te vergroten en daar slagen ze ook wel in. De snel groeiende aandacht voor het hersenonderzoek is verdiend. In de afgelopen decennia is immers veel kennis verkregen die de potentie heeft voor toepassingen in de praktijk. Maar er zijn wel grenzen aan die kennis; in sommige opzichten is er momenteel sprake van een hersen-hype die leidt tot onjuiste generalisaties… Alissa Quart schreef er over in de New York Times (de Sunday review op 23 november.) ‘Brain porn’ noemt ze het: hersenporno. Ze doelt op het misbruik van bevindingen uit de neurowetenschap in de publieksmedia om een bepaalde maatschappelijke stelling of visie meer gewicht te geven. Zo verwijst ze naar een analyse van 3000 artikelen die tussen het jaar 2000 en 2010 in de Britse pers zijn gepubliceerd. In de media blijken veel uitkomsten uit het wetenschappelijk onderzoek te zijn vervormd of verfraaid. Ook als de neurowetenschappelijke kennis in een publieksartikel op zich juist is, dan blijkt te vaak dat zulke informatie logisch volstrekt niet relevant is. Volgens Quart geeft een neurosausje aan het betoog een air van geloofwaardigheid. En daar gaat het de schrijver kennelijk om.
Dus: hoed u voor de hersenporno!
Voor u gelezen: Alissa Quart. Neuroscience: Under Attack. New York Times Sunday Review 23 november 2012. Kijkt u ook eens naar de visies van neuroscience bloggers zoals Neurocritic, Neuroskeptic, Neurobonkers en Mind Hacks: zij wijzen regelmatig op de gebreken en foutieve generalisaties die in de populaire pers worden opgenomen.