Vandaag, 10 februari wordt in de tweede kamer het rapport over jongens-meisjes verschillen in het mbo en ho besproken. Het rapport is gemaakt door onderzoekers van het ROA in Maastricht, ons centrum Brein & Leren van de VU en van de universiteit Twente. In hoofdstuk 3 van het rapport staat onze bijdrage: over de adolescentie en het belang van cognitieve én non-cognitieve factoren bij de ontwikkeling download hier. Ook eerdere ervaringen, gezin en familie en de steun & sturing die de adolescent heeft gehad zijn sterk bepalend voor de verschillen tussen jongens en meisjes. Het mbo en ho kan baat hebben bij de bevindingen. Door jongens en meisjes gericht te stimuleren, te trainen in de ontwikkeling van de non-cognitieve vaardigheden ofwel de ‘Executieve Functies’ zoals ze in vakliteratuur worden genoemd. In mijn voordracht voor ResearchEd op 30 januari hield ik het pleidooi om ’tweedestrooms onderwijs’ te ontwikkelen dat juist hierop is gericht.
De relevante stukken – waaronder twee krantenartikelen – zijn hieronder te downloaden:
J.Jolles en J. Keizer, Jongens meisjes verschillen in mbo en ho: een neuropsychologisch perspectief (hoofdstuk 3 van het rapport ‘De jongens tegen de meisjes’): download hier
Lorianne van Gelder in het Parool (25-11-2015): download hier
Wilma van Meeteren in Trouw (10-2-2016) over het rapport: download hier