Gisteravond (30 oktober 2014) hield ik een presentatie voor ouders van basisschool kinderen en hun leerkrachten. Het was op uitnodiging van de Willem Alexanderschool in Bergen (NH); wij werken intensief samen met die school. Ik vind het bijzonder om te ervaren dat er een directe, een horizontale, uitwisseling kan bestaan tussen een kennisinstelling en de praktijk van het onderwijs. Op de WA-school staat momenteel ons onderwijs-innovatieprogramma ‘BrainLab’. Dat is een set van opstellingen, puzzels, opdrachten die kinderen stimuleert in het nadenken, in het bouwen en in het vinden van een oplossing voor een probleem ‘hoe zal ik dit aanpakken’. Bovenal stimuleert het nieuwsgierigheid en verwondering. Ik ben ervan overtuigd dat die centraal staat in de ontwikkeling van onze cognitieve vermogens: ‘Wow, moet je zien!’, Hè, hoe zit dat, hoe werkt dat?’. En daarmee is het een uitdaging voor het kind om oplossingen te zoeken, om gericht waar te nemen, om actie te nemen, te plannen. ‘Verwondering’ en verbeelden’ zijn er ook belangrijk voor, en dat kun je stimuleren.
De avond was geslaagd: fijn om te merken dat de boodschap overkomt, dat ouders en leerkrachten ervoor open staan dat ze elkaars partner zijn. Ouders begrijpen van de school (en van ons, wetenschappers) dat zij zelf een grote en zeer belangrijke rol spelen voor de ontplooiing van hun kind. Mijn verhaal liet voorbeelden zien van materiaal dat je thuis kunt gebruiken om het kind te brengen tot creatief spel. Dat ontwikkelt het denken en redeneren. En dat zorgt er weer voor dat het kind open staat voor verandering, nieuwsgierig is en dat ontwikkelt het brein en de cognitieve functies. En het zorgt er meteen voor dat de leermotivatie, studie inzet en schools presteren beter kunnen worden.
Vanochtend ontving ik twee tweets over de presentatie van gisteren en over de interactie tussen wetenschap, ouders, schoolleiding. Okay! dacht ik. Message received!