In Balans Magazine van 18 september 2017 staat een mooi interview, waarin Jelle toelicht waarom tieners ‘werk in uitvoering’ zijn. Het artikel gaat onder andere in op de rol van hormonen vs. de invloed van de hersenen, hersenrijping en chronische vermoeidheid, het ‘wakker kussen’ van neuropsychologische vaardigheden en persoonlijke groei. Met name de omgeving – opvoeders, leraren, coaches – kan daar een belangrijke rol in innemen door te inspireren en opties en routes te wijzen die de jongere zou kunnen nemen. Ook steeds meer scholen hebben interesse in het gedachtengoed van steun, sturing en inspiratie en het belang van individuele verschillen. Hieronder leest u onze samenvatting, het oorspronkelijke complete artikel vindt u hier.
Door: Rachelle Meijer en Jelle Jolles
Centrum Brein & Leren, VU Amsterdam
Hersenontwikkeling van tieners
Hormonen hebben veel minder invloed op het gedrag dat wij aan tieners toeschrijven (‘die lastige puber, altijd dwars en moeilijk’) dan wij denken. Het zijn de hersenen die de overgang bepalen van een kinderbrein naar een adolescent brein. Hormonen zijn dan ook niet de veroorzaker van de veranderingen. Veranderingen in de hersenen leiden tot veranderingen in circulerende hormonen, en die zijn vervolgens bepalend voor de enorme lichamelijke veranderingen die het kenmerk zijn van de puberteit. Aan het begin van de adolescentie vindt een proces in de hersenen plaats, waarbij verbindingen die niet functioneel zijn – overbodig zijn geworden – worden verwijderd. Tegelijk is er een enorme uitgroei van verbindingsbanen die wel functioneel zijn. Hierdoor gaan de hersenen efficiënter werken. In de adolescentie, de fase na de kindertijd, wordt een mens pas echt een sociaal wezen. Zo leert hij emoties kennen – ook bij de ander – en intenties van anderen begrijpen. Dit is dusdanig moeilijk en daar is zoveel ervaring voor nodig, dat de hersenrijping en de adolescentie tot ongeveer het 25e jaar duren.
Omgaan met hoge eisen stellende samenleving
Er kan gesteld worden dat de adolescentie langer duurt dan vroeger. Dat komt omdat de samenleving ingewikkelder is geworden door alle impulsen en keuzemogelijkheden die we tegenwoordig hebben – en niet in het minst door de invloed van social media – . In de huidige samenleving worden ook veel meer én hogere eisen gesteld dan in vorige eeuwen, terwijl de levenservaring van de adolescent nog niet voldoende is om er goed mee om te kunnen gaan. Dat kan zelfs bij jongeren leiden tot een chronische vermoeidheid en verminderd welbevinden … die zelf ook weer leiden tot slechtere prestaties op school.
“Je moet je realiseren dat een tiener nog ‘werk in uitvoering’ is”
Inzetten op persoonlijke ontwikkeling
Wanneer de omgeving meer inzet op persoonlijke groei van de tiener, komen alle andere vaardigheden zoals executieve vaardigheden, zelfinzicht, zelfregulatie en empathie vanzelf. Deze zijn essentieel voor het kunnen kiezen van routes. Ze zorgen ook dat de adolescent beter begrijpt waar het allemaal voor dient en waar hij op moet letten in het sociaal verkeer. De executieve functies zorgen ervoor dat kinderen zich optimaal kunnen ontplooien en dat hun talenten tot uiting kunnen komen. Ouders hebben daarnaast een gigantische rol in het weerbaar maken van hun kind: door feedback te geven leiden ze hun kind binnen in de wereld van de volwassenen.
Stimuleer nieuwsgierigheid, laat ondernemen en praat met je tiener
Ook het schoolsysteem kan in dit opzicht nog wel wat verbeterd worden. Als de nieuwsgierigheid en ondernemingszin van kinderen meer centraal staan, dan gaat dat zich ook uiten in meer interesse in het opdoen van kennis en ervaringen. Wanneer je een kind stimuleert om open te staan voor informatie, nieuwsgierig en leergierig te zijn, komt de leerstof in de klas beter binnen bij een kind. Dit geldt eveneens voor zelfinzicht, ‘waar ben ik goed in en wat kan ik minder goed?’. Die leidt ertoe dat de leerling zichzelf beter kan corrigeren ‘waar was ik ook weer mee bezig?’. Zelfregulatie, inhiberend vermogen en empathie zijn verwante functies die van groot belang zijn voor de persoonlijke groei en de ontwikkeling van leerprestatie. De laatste jaren staan steeds meer scholen, leraren, schoolleiders en koepelbestuurders open voor dit gedachtengoed: ze geven goede sturing, inspireren, hebben interesse in individuele verschillen en richten zich op brede vorming, ontplooiing en persoonlijke groei. Voor ouders betekent het vooral: praat met je tiener en geef woorden aan zijn handelen, zijn intenties en gevoelens. Juist volwassenen zijn hiertoe in staat, vanwege de beschikking van een veel rijkere emotionele taal dan de relatief schrale ‘tienertaal’. Hierdoor zijn volwassenen in staat om vele mogelijkheden en consequenties te overzien en dit aan de tiener uit te leggen.
Minder verantwoordelijkheden
Een ander verschil tussen tieners en volwassenen heeft betrekking op het omgaan met nieuwe ervaringen. In de tienertijd maak je veel dingen voor het eerst mee. Herhaling van ervaringen zorgen dat de paden in de hersenen meer worden ingesleten en dat ze een vast onderdeel worden van de kernroutines en procedures in de hersenen. Die zijn immers nodig om een weg te vinden in onze zo complexe samenleving. Als volwassene zit je in een patroon van werk, huishouden, je vaste clubje. Je hebt een vorm van ‘coping’ ontwikkeld, die zorgt dat je behoedzamer met dingen omgaat. Als tiener heb je dat nog niet, omdat alles nog nieuw is; de tiener heeft het nog niet eerder meegemaakt. De vreugde en euforie die gepaard gaan met nieuwe ervaringen, kunnen we onze tieners vooral laten ervaren door ze op jonge leeftijd minder verantwoordelijkheden te geven.
Steun, stuur en inspireer
Kortom, we moeten niet wachten met het uitdagen van de hersenen van tieners tot de hersenen gerijpt zijn. De hersenen ontwikkelen juist dankzij het feit dat we vragen aan de hersenen stellen, dat we ze uitdagen. Stimuleer en inspireer de tiener in de breedste zin van het woord, zodat hij alle neuropsychologische functies en vaardigheden ontwikkelt en zo een ‘totale tiener’ wordt. En maak daarbij gebruik van het inzicht dat een kind van twaalf weleens een traag groeiende boom zou kunnen zijn die straks de hoogste wordt.
Westerloo, A. van (2017). ‘In de tienertijd wordt een mens pas echt een sociaal wezen’. Balans Magazine (05), Dossier Hersenen & Gedrag, 18 september 2017, pp. 36 – 40.