De adolescentie wordt steeds meer gezien als ‘The age of opportunity’. In deze lange periode – van het 10e tot het 25e jaar – doet de jeugdige sociale ervaringen op, en verwerft veel kennis en vaardigheden. Zowel de sociale omgeving als biologische factoren zijn voor die ontwikkeling verantwoordelijk. De adolescentie is de periode waarin de basis wordt gelegd voor het zelfstandig functioneren in de volwassenheid. De ‘age of opportunity’ betekent dat de adolescent veel mogelijkheden en kansen heeft op een pracht ontwikkeling. De kennis, ervaringen en sociale inzichten zullen in de toekomst van onschatbare waarde zijn om zich te kunnen inpassen in een veranderende wereld. Echter, in het huidig tijdsbestek wordt de adolescent ook geconfronteerd met veel risico’s. Er zijn veel jongeren die zich niet ontwikkelen volgens hun talenten. Veel jongens maar ook meisjes vallen uit het schoolsysteem of doen er veel te lang over. En de leermotivatie houdt bij veel scholieren en studenten niet over. Waarom? Wat is eraan te doen?
Hierover gaat het in het artikel ‘Cognitief en non-cognitief presteren van jongens en meisjes in mbo en ho: een neuropsychologisch perspectief’ van Jelle Jolles en Judith Keizer. Het artikel is verschenen als hoofdstuk 3 in het rapport ‘De jongens tegen de meisjes’ klik hier voor het rapport. In voorliggend artikel wordt uitgebreid ingegaan op de neuropsychologische ontwikkeling in de adolescentie. Vervolgens worden jongens-meisjes verschillen hiertegen afgezet. Er wordt betoogd dat verschillen in presteren en functioneren van jongens en meisjes in de periode van de late adolescentie alleen begrepen kunnen worden in een multi-dimensioneel perspectief. Daarin moeten psycho-sociale, biologische én culturele factoren worden meegenomen. Daarvan worden veel voorbeelden gegeven. Het artikel besluit met aanbevelingen voor de onderwijspraktijk en voor onderwijsbeleid. Klik hier voor het artikel.