Leraren én ouders spelen een cruciale rol in het aanbieden van voldoende kennis, oefening, ervaring, zintuiglijke en sociale prikkels aan jongeren. Op deze manier zorgen zij ervoor dat talenten volledig tot ontwikkeling komen. De omgeving bepaalt – via de hersenen – in welke richting een persoon zich ontplooit. Door je als leraar verder te ontwikkelen in kennis over het object van je werk, namelijk het kind of de tiener, kun je die ontplooiing beter begeleiden. In een interview in het decembernummer van Vives Magazine, het onderwijsvakblad over onderwijsinnovatie en ICT, wordt meer in detail besproken hoe dit mijns inziens het beste kan worden aangepakt.
De antwoorden in het interview zijn te beschouwen als tien uitgewerkte tips voor onderwijs en ouders. Het gaat in op de invloed van omgeving versus genen, en op gepersonaliseerd leren in het onderwijs. Aan de orde komt wat ‘context shapes the brain’ betekent en wat het belang is van het bieden van steun, sturing en inspiratie. Kernpunt is dat de tiener moet worden beschouwd als ‘werk in uitvoering’. In dat verband komt de betekenis van ‘breinkennis voor het onderwijs’ aan de orde, evenals het circuleren van onderwijs- en neuromythen en hoe deze te voorkomen. Uit het artikel zijn twee highlights gehaald en hieronder besproken: hoe de motivatie bij leerlingen kan worden vergroot en wat het onderwijs kan doen om de gevolgen van kansenongelijkheid te verminderen.
Motivatie leerlingen vergroten
De jongere is een nieuwigheidsmachine en daarom is het goed om in te spelen op de nieuwsgierigheid, op het stimuleren van ‘wow, wat is dat en hoe werkt het?’. Zorg dat er onderwijs gegeven wordt met elementen die jongeren nog niet kennen en inspireer ze daarmee (dat is wat anders dan het onderwijs aanpassen op dat wat de leerling waarschijnlijk leuk vindt …). In het artikel wordt een voorbeeld gegeven dat ingaat op de bijdrage van volwassenen aan de ontwikkeling van sociale interactie onder jongeren. Dat is iets waar ze sterk in geïnteresseerd zijn. Zoek naar onderwijsvormen waarin leerlingen op metaniveau leren om te denken. Daarmee trainen ze executieve functies zoals zelfinzicht en zelfregulatie. Zorg dat de leerling goed inzicht krijgt in het belang van de lesstof en ga er niet van uit dat de leerling die motivatie van zichzelf moet hebben: maak dit gegeven tot leidraad voor het onderwijs in bredere zin. Als leerlingen echt weten waar ze voor werken, neemt de motivatie toe.
‘Context shapes the brain’: ook bij kansenongelijkheid
Slechte cijfers zeggen weinig over de werkelijke ontplooiingsmogelijkheden van een kind. Een lager IQ kan heel goed het gevolg zijn van een schrale leef- en leeromgeving. Let wel: ‘intelligentie’ is iets anders dan ‘IQ’; het IQ is niets anders dan een momentopname. Leraren en scholen kunnen leerlingen uit kansarme thuisomgevingen brede verrijkingsstof aanbieden om eventuele achterstand weg te werken. Voorbeelden hiervan zijn:
– Bord- en kaartspelletjes, waarmee de executieve functies gestimuleerd worden.
– Investeer in taalontwikkeling en denken en werk hard aan ‘lees-plezier’. Dit is een vruchtbare manier om de leesvaardigheid te verbeteren en vervolgens zelfstandig meer kennis op te doen en interesse te ontwikkelen.
– Daarnaast is brede vorming belangrijk: bied deze leerlingen kennis over de geschiedenis en over andere samenlevingen en laat ze ervaring opdoen met drama en cultuur. Laat ze in de klas zelf kunst bekijken: op de computer of via reproducties. En laat ze analyseren ‘wat zie ik hier en wat betekent dat?’. Dat stimuleert meteen het ver-woorden en daarmee de taalontwikkeling en het denken.
– Tieners zijn, zoals eerder genoemd, dol op nieuwigheid. Dus gamen ze veel op de computer, of doen ze in hun vrije tijd aan breakdance, bied dat dan niet aan. Als een leerling ergens door gegrepen wordt, is er de motivatie om zich verder te verdiepen.
Leraren en scholen zijn een belangrijk onderdeel van de omgeving van de leerling. De sturing en inspiratie op school moet echter vergezeld worden van een aanpak thuis. Zorg daarom voor interactie met ouders, waardoor bovendien ook de ouders zich verder kunnen ontplooien.
Bron
Bloem, B. (2017). ‘Leraar motor voor ontplooiing leerling’. Interview met Jelle Jolles. Vives Magazine, 157 (December 2017), pp. 6 – 8.