‘VU-kabinet’ presenteert eigen toekomstplannen
De presentatie van het nieuwe regeerakkoord heeft ook de wereld van de wetenschap niet onberoerd gelaten. De Vrije Universiteit Amsterdam wil uitzoeken hoe het nou echt moet in Nederland en presenteert in dit kader het ‘VU-kabinet’. Twaalf ‘ministers’ werd gevraagd hun eigen visie en plannen voor Nederland te duiden voor de komende vier jaar. Aan mij is gevraagd om binnen dit VU-kabinet kerndoelen en aanpak te formuleren voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Als voorstander van de dialoog op het gebied van onderwijs, leren en het brein, maar ook als neuropsycholoog laat ik deze kans natuurlijk niet aan mij voorbijgaan. Waar zou het mij om gaan?
De kerndoelen waar ik in de rol van minister op zou inzetten zijn de persoonlijke groei en brede ontplooiing van de leerling naast de noodzakelijke kennisoverdracht. Kernthema’s voor een komende kabinetsperiode zijn daarnaast de kennis-disseminatie en het verminderen van kansen-ongelijkheid in het onderwijs. Ook dient de dialoog tussen academia en de samenleving met kracht ter hand te worden genomen om een onderwijsinnovatie op basis van wetenschappelijke inzichten mogelijk te maken. Deze doelen zet ik hieronder verder uiteen.
Persoonlijke groei van leerlingen staat centraal
“Het onderwijsbeleid voor de komende vier jaar zal worden uitgevoerd tegen de achtergrond van het motto ‘De leraar is de motor’. Ons onderwijs heeft als doel om kinderen en jongeren tot ontplooiing te brengen. De leraar heeft hierin de centrale rol: hij brengt kennis en inzichten uit zijn vakgebied over. Nieuw beleid is dat de leraar gefaciliteerd zal worden om nadrukkelijk ook de persoonlijke groei van de leerling of student te bevorderen, evenals de ontwikkeling van diens cognitieve én niet cognitieve vaardigheden. Dit kabinet zet ook nadrukkelijk in op een brede vorming waarin aandacht bestaat voor bewegen, voor muziek, drama en cultuur. ”
Kennis en onderwijsinnovatie
“Niet alleen leraren spelen een essentiële rol bij de inzet op persoonlijke groei van alle leerlingen. Het is ook noodzakelijk om kennis uit gedrags- en cognitieve wetenschappen aan scholen en het onderwijsproces te koppelen. Hiermee vergroten we het bereik van inzichten over de ontwikkeling van kind en tiener; over motivatie, over zelfinzicht, over leren te leren. Al deze onderwerpen zijn immers essentieel voor schools leren én voor een bredere ontplooiing. En zo geldt dat ook voor onderwijsinnovatie. De gedrags- en cognitieve wetenschappen zullen daarom nadrukkelijk betrokken gaan worden bij deze beleidsvoornemens ook ten aanzien van Curriculum.nu (voorheen het Onderwijs2032) en de activiteiten van de Onderwijscoöperatie.”
Verminderen kansen-ongelijkheid in onderwijs
“Kernpunt van beleid is om de kansen-ongelijkheid te verminderen door die jongeren die een schrale leer- en leefomgeving hebben gehad extra te stimuleren in deze brede vorming. Scholen zullen daarin een actieve rol gaan spelen en daartoe ook worden gefaciliteerd. Op deze manier kan het onderwijs ervoor zorgen dat alle jongeren de kennis en kundes kunnen verwerven die essentieel zijn om als volwassene zelfstandig hun weg te kunnen vinden in onze snel veranderende samenleving.”
Voordelen op langere termijn
“Een verbreding van ons onderwijs zal zorgen dat jongeren meer inzicht krijgen ‘waarom deze lesstof’ en daardoor ook hun leer- en studie motivatie kunnen vergroten. Door de verbeterde planning van hun leergedrag worden ook hun keuzen voor de toekomst versterkt. Door de betere studieprestaties lopen de kosten voor de overheid terug terwijl de baten stijgen door toename van leervaardigheden, ondernemingszin, en maatschappelijke productiviteit. Dit leidt tot het verbeteren van competenties op de werkvloer en in organisatie, beleid en bestuur in vele sectoren binnen onze samenleving, terwijl de betreffende persoon zowel fysiek als mentaal gezonder is.”
Bevorderen dialoog academia en samenleving
“Dit kabinet zal de dialoog tussen samenleving en academia krachtig bevorderen. Er zal sterk worden ingezet op het verruimen van de mogelijkheden voor toegepast wetenschappelijk onderzoek. Daarbij gaat het ook om het actief doen gebruiken van wetenschappelijke kennis en inzichten voor vernieuwingen in onderwijs, zorg en bedrijvigheid, maar ook in actuele onderwerpen zoals klimaat en immigratiebeleid. Onderdeel van dit proces is het gericht bestrijden van kennis-mythen (onjuiste generalisaties uit wetenschappelijk onderzoek). Hiertoe zal stimuleringsgeld worden vrijgemaakt om nieuwe vormen van interactie en dialoog tussen academia en samenleving – waaronder ontwikkeling van sociale media – te exploreren en uit te bouwen.”
Lees meer…
Het hele item over het VU-kabinet vindt u in VU-magazine van 16 oktober 2017.
Contact
Jelle Jolles, universiteitshoogleraar Neuropsychologie, directeur van het Centrum Brein & Leren en auteur van het boek Het tienerbrein .