De tiener is werk in uitvoering, ook de sportende tiener. Ontwikkelt het sporttalent zich vanzelf? Nee; er zijn vele factoren verantwoordelijk voor het sportief presteren. Naast het bewegen en de fysieke activiteit zijn vaardigheden en functies op het domein van de neuropsychologie belangrijk. Coaching van het sporttalent zou zich op al deze elementen moeten richten om de sportende tiener in zijn breedte tot ontplooiing te laten komen.
Het sportende tienerbrein
ontwikkelt zich in meerdere dimensies
Neuropsychologische vaardigheden
- Simpele en complexere motoriek; eenvoudige en complexere bewegingen.
- Coördinatie van bewegingen van ledematen en romp; balbehandeling, snelheid, kracht.
- Waarnemingsfuncties: auditief, visueel, ruimtelijk, haptisch (de tastzin betreffend), evenwicht.
- Plannen en handelen; kiezen, beslissen en handelen onder tijdsdruk; gebruik van een tactisch en een strategisch plan.
Executieve functies en zelfregulatie
- Zelfinzicht en zelfregulatie, aanpassing van het eigen gedrag.
- Het begrijpen van de intenties van medespelers, tegenspelers en coach; kunnen samenspelen.
- Verwoorden van de eigen bedoelingen en kunnen communiceren ‘wat er gebeurt’ en ‘wat de bedoeling is’.
- Frustratietolerantie, houding op het veld, motivatie, ambities.
- Sociaal gedrag en attitude
Bron: Jelle Jolles. Het tienerbrein. Amsterdam University Press (2016, 2017).