Tieners zien vaak niet in waarom ze bepaalde vakken moeten leren (“dit boeit me niet” en “dat heb ik voor later niet nodig”). Ze zijn hierdoor geneigd om zich minder voor deze vakken in te zetten. Dit is eigenlijk best begrijpelijk, want de tiener is nog in ontwikkeling. Het is niet redelijk om te verwachten dat hij al inzicht heeft over het belang van de leerstof en de mogelijke toepassing later. Omdat de meeste tieners het belang van kennis nog niet kunnen overzien is het belangrijk dat opvoeders en leraren de jeugdige hierbij helpen. Een mooi voorbeeld is vandaag als opvoedartikel verschenen in NRC. Het gaat om een dertienjarige jongen die een kristalhelder beeld heeft van wat hij later wil worden en daarom alle vakken opzij schuift waarvan hij het nut niet inziet. Hij wil later acteur worden.
Als internationaal acteur denkt de jongen dat alleen Engels nuttig is. En ook zijn idool Johnny Depp heeft zijn school niet afgemaakt. Daarom vragen de ouders zich af hoe ze hem toch kunnen overtuigen van de waarde van school. De drive van de zoon is mooi, zo luidt mijn reactie aan de ouders, maar is te eenzijdig gericht. Als hij zich te smal ontwikkelt, maakt hem dat straks kwetsbaar. Wie breed ontwikkeld is, staat als mens steviger. School kan saai zijn, maar de vaardigheden die kinderen er leren, zijn in het leven onmisbaar. Kennis hebben over de wereld is voor iedereen belangrijk, ongeacht je vak. En het is de taak van de opvoeder en leraar om de tiener daarbij te helpen. Meer voorbeelden hoe dit te verwoorden lees je in het volledige antwoord.
Bronnen
- Lelaire, A. (2019, 24 januari). Zoon vindt schoolwerk zonde van de tijd. Geraadpleegd op https://www.nrc.nl/nieuws/2019/01/23/zoon-vindt-schoolwerk-zonde-van-de-tijd-a3651394
- Jelle Jolles (2016, 2017). Het tienerbrein. Over de adolescent tussen biologie en omgeving. Amsterdam University Press. ISBN 9789462987470