Het gesprek over ‘curlingouders’ is, zeker in de media, wat ontspoord. Het is een pracht term en je kunt je er wat bij voorstellen. Maar het feit dat die term bestaat betekent niet automatisch dat er veel opvoeders zijn waar de term op toepasbaar is. Andere termen waar dat voor geldt zijn ‘de tienermoeder’, ‘de plusvader’, ‘de scharrelkinderen’ of ‘het laissez-faire gezin’. Dergelijke termen leggen eenzijdig de nadruk op een enkel aspect van het opvoeden, dus op een enkele rol. Gelukkig zijn echter veel ouders in staat om meerdere rollen te spelen.
Natuurlijk zijn er ouders die af en toe gedrag naar hun kind toe hebben dat te beschrijven is als ‘curling’. Zij houden het uit de wind, halen de vervelende dingen van het pad, en maken de gevolgde koers wat rechter. Maar diezelfde ouders leren ook uit ervaring; de meeste ouders die enkele maanden lang te beschouwen zijn als ‘curlend’ merken dat het niet werkt, overleggen daarover met elkaar en kiezen dan een betere strategie. Een die bovendien leuker is voor de kinderen.
In een recent verschenen interview dat ik had met Saskia Smith van de Margriet (een special uitgekomen op 23 mei 2019) ga ik in op veelgestelde vragen. Ook hieronder ga ik in op het fenomeen ‘curling ouderschap’.
1. Waarom willen ouders toch zo graag dat pad effenen voor hun kinderen?
Omdat ouders een verantwoordelijkheid ervaren voor hun kinderen, en dat is ook terecht! Een kind en een adolescent zijn nog niet volwassen, hebben onvoldoende kennis en ervaring om zich alleen in de wereld te redden. Een kind en jeugdige moet uiteindelijk in staat zijn om zich te kunnen aan- en inpassen in onze veranderende wereld. Gelukkig dat veel ouders daarvoor de verantwoordelijkheid nemen en zich veel moeite getroosten om hun kind de nodige ervaringen te laten opdoen. Soms doen ze dat niet zo handig (veel ouders moeten ook nog leren wat het is om ouder te zijn). Maar de meeste ouders en opvoeders passen zichzelf aan en herkennen dat ze meerdere rollen moeten kunnen spelen.
2. Hebben we er anno 2019 een handje van om grenzeloos op te voeden? Is het een trend?
Nee, dat ligt anders. De samenleving is in de afgelopen decennia beslist complexer geworden, zeker vanaf de jaren ’90 toen het opkomende internet voor enorme veranderingen heeft gezorgd. Kinderen en jeugdigen worden nu meer vrij gelaten, en de hele automatiserings-samenleving stelt grote eisen die leidt tot vele vernieuwingen en uitdagingen waarop we nog geen antwoord hebben. Tegelijkertijd zijn er veel meer dan in de jaren ’80 ouders die beiden werken. Dat is goed voor vrouwen en goed voor de samenleving. Maar wel is de steun en sturing vanuit thuis een stuk minder dan vroeger. Er is dus voor jongeren minder structuur dan vroeger, en dat is niet omdat we daarvoor gekozen hebben, maar omdat de samenleving veranderd is. Veel ouders hebben daar eigenlijk wel last van en ze zouden anders willen (en het leidt ook tot veel druk en ook wel stress bij de ouder). Maar dat geldt ook voor de leerling en de leraar. Wel bestaat een trend om de jeugdige vrij te laten, en ‘het zelf te laten uitvinden’ vanuit de overweging dat dat zorgt voor leer-ervaringen die goed zijn voor de ontwikkeling. Het is de vraag of het goed is om jongeren te veel vrij te laten, want ook laat-adolescenten hebben nog steun, sturing en inspiratie nodig: de support van volwassenen werkt positief voor jongeren, omdat de kennis en ervaring van de volwassene aan hun de routes kan wijzen die ze zelf niet zouden hebben gevonden.
“Ieder kind moet gestimuleerd worden om zoveel mogelijk kennis en ervaringen op te doen en zich breed te kunnen vormen. Met de ouders als support. Dus niet die baan glad poetsen, maar naast die baan gaan staan om te kijken of je kind goed koers houdt en als het nodig is bij te dragen, feedback te geven, te inspireren en routes te wijzen.”
3. Wat zijn op de lange termijn de gevolgen van curling ouderschap?
Een kind dat jarenlang veel gerichte hulp heeft gehad, wiens moeder nog het broodtrommeltje inpakt of de voetbaltas als hij 16 is; die een vader heeft die de opstellen schrijft, etcetera: dat kind heeft te weinig ervaring opgedaan. Dat is nogal nadelig voor ‘later’, omdat die ervaringen nou net zijn wat je nodig hebt om zelf je route te vinden in een – zeker niet altijd ondersteunende – wereld. Lange termijn gevolgen zijn dan dat een kind zich te schraal ontwikkelt, te weinig ervaringen opdoet, minder makkelijk kan kiezen tussen alternatieven en ook afhankelijker is. De andere mogelijkheid is dat ieder kind wordt gestimuleerd om zoveel mogelijk kennis en ervaringen op te doen en zich breed te vormen. Met de ouders als support. Stimuleer nieuwsgierigheid en ondernemend-zijn, dus ‘voed het brein met prikkels en ervaringen, want het is hongerig’.
4. Hoe zou het wel moeten?
De ouder ontwikkelt zich naarmate het kind zich ontwikkelt. De ouder is in de kindertijd vooral ‘zorgverlener’ en verandert daarvandaan tot ‘manager’. Van daaruit ontwikkelt zich de ouder als coach. Dan volgt de fase waarin je mentor bent. En daarna word je adviseur. Het mooie is dat op bepaald moment je kinderen ook weer adviseur worden voor jou! Zij hebben dan kennis en ervaringen die jij niet hebt en waarmee jij je weer kunt voeden. De rol van manager loopt zeker tot het eind van de kindertijd en begin adolescentie (circa 10 jaar); de coachende rol begint vanaf einde kindertijd; het mentorschap start vanaf circa midden-adolescentie (circa 15-16 jaar) en het adviseurschap volgt erna; dat is dan wel gericht op andere zaken dan voorheen. De verschillende rollen gaan niet in elkaar over, maar nemen alleen in relatief belang toe of af. Hoe ouder het kind, hoe meer de managing-taak afneemt en die van adviseur toeneemt. Bovenal geldt: de ouder/opvoeder is geïnteresseerd in de ontwikkeling van kind en jeugdige en schept de faciliteiten waarbinnen hij of zij zich optimaal ontplooien kan.
Bronnen
- Jelle Jolles (2016, 2017). Het tienerbrein. Over de adolescent tussen biologie en omgeving. Amsterdam University Press. ISBN 9789462987470
- Smith, Saskia (2019, 25 mei). Wij doen het wel even… Margriet. Geraadpleegd op http://static.jellejolles.nl/190602MargrietCurlingouders.pdf
Gerelateerde items:
- Jolles, J. en Meijer, R. (2017). Een teleurstelling op zijn tijd is goed voor de ontwikkeling van kind en tiener. Bespreking van het interview over de essentie van het opdoen van ervaring en kennis door kind en tiener voor hun ontwikkeling en de rol van ouders hierin, door Annemiek Leclaire in NRC: http://www.jellejolles.nl/teleurstelling-goed-voor-ontwikkeling-kind-tiener/
- NPO radio1, Spraakmakers (2019, 20 februari). Bijdrage Jelle Jolles aan item over ‘curlingouders’. Geraadpleegd op http://static.jellejolles.nl/190220NPORadio1Curlingouders_fragment.mp3